Babi Pangang van het Kampvuur
Home » Babi Pangang van het Kampvuur
Deze week liet ik me uitdagen. En vroeg jullie om een gerecht in te sturen, wat jij vet zou vinden als ik dat op kampvuur kan klaarmaken. Uit de inzendingen koos ik Babi Pangang van het Kampvuur. Een uitdaging want naast dat je een lekker knapperig stukje vlees wilt, had ik dit gerecht ook nog nooit eerder gemaakt. Zelfs niet in een gewone keuken. Máár het is gelukt en het smaakte verrukkelijk. Daarbij maakte ik een Bami, zoals je deze ook kent van de Chinees. Hieronder deel ik het recept met jullie in een video en in tekst, zodat je het thuis ook kunt maken. Smakelijk!
Wil je dit dit gerechtje zelf ook maken? Haal dan het volgende in huis, voor 4 personen:
Ingrediënten:
Voor de marinade van het vlees
- 800 g varkenslappen
- 1/2 ui
- 2 teentjes knoflook
- 3 tl gemberpoeder
- 2 el sesamolie
- 5 el ketjap manis
- Halve citroen
Voor de Babi Pangang saus
- 4 dl water
- 1 tl sambal
- Halve citroen
- Blikje tomatenpuree
- 4 el bruine basterdsuiker
- 2 el gembersiroop
- 1 tl knoflookpoeder
- 5 el ketchup
- Bloem
Voor de Bami
- 125 gram gekookte hamblokjes
- 1 prei
- 1 teentje knoflook
- 6 tot 8 mie-nestjes
- 1 liter water
- 2 kippenbouillonblokjes
- 2 eieren
Video - Bereiding Babi Pangang en Bami van het Kampvuur
Recept:
Je start met het marineren van de varkenslappen. Snijd de halve ui en knoflook fijn. Doe dit in een kom en meng dit met het sap van heen halve citroen, 3 theelepels gemberpoeder, 2 eetlepels sesamolie en 5 eetlepel ketjap manis. Meng het geheel door elkaar en voeg de varkenslappen toe aan de marinade. Zorg dat ze goed bedekt zijn in de marinade. Laat het vlees het liefst vier uur, of als je de tijd hebt, zelfs de hele nacht marineren.
Ga je het bereiden op kampvuur, neem dan de Finse rookplank. (Zorg dat je deze vooraf in water hebt gelegd, zodat deze geen vlam vat) en bevestig hier de gemarineerde varkenslappen op. Maak een kampvuurtje en zet de plank in de houder naast het vuur. De vlammen mogen langs het vlees afschieten.
In de keuken kun je het vlees ook bereiden in de oven op de grillstand, of lekker op de barbecue.
Zowel boven het kampvuur als in de oven is het belangrijk dat je het vlees draait. Op de finse rookplank, wissel je de varkenslapjes van boven naar onder. Maar je draait ze ook om, zodat beide kanten garen en lekker krokant worden.
Meng ondertussen de ingrediënten voor de saus. Meng 4 dl water, 1 theelepel sambal, het sap van een halve citroen, een blikje tomatenpuree, 4 eetlepels bruine basterdsuiker, 2 eetlepels gembersiroop, 1 theelepel knoflookpoeder en 5 eetlepels ketchup. Laat dit mengels kort koken boven het vuur. Het is nu nog een dun mengsel.
Om het te laten binden maak je een papje met wat water en bloem. En voeg dit gelijkmatig toe tot de saus de juiste dikte heeft. Zorg dat je blijft roeren als je de bloem hebt toegevoegd, anders bakt de saus aan de onderkant van de pan.
Tegelijkertijd met het maken van de saus kun je in een andere pan 1 liter water aan de kook brengen. Voeg hier twee kippenbouillonblokjes aan toe. Als de bouillon kookt voeg je 1 á 2 mie-nestjes per persoon toe en kook je deze volgens de aanwijzingen op de verpakking.
De prei snijd je in halve ringen, het teentje knoflook snijd je fijn. De twee eieren klop je in een andere kom vast los.
Neem een wokpan en bak hierin de prei en knoflook in een beetje sesam- of zonnebloem olie. Als deze gefruit zijn voeg je de hamblokjes en het losgeklopte ei toe. Roer het geheel goed door elkaar, zodat je roerei krijgt.
Als de mie klaar is giet je deze af, en voegt deze toe aan de ingrediënten in de wok. Wok de mie nog even mee. Breng eventueel nog extra op smaak met zout en peper.
Tijd om te serveren. Als het vlees gaar en aan alle kanten krokant is, snijd je de varkenslappen in reepjes. Serveer de Babi-Pangang eventueel op een bedje van Atjar (zorg dat je deze even laat uitlekken). Daar bovenop schenk je de saus. Deze kan nu samen met de bami op tafel.
Geniet er van!

Geef een reactie